Halverwege de via Dante ligt een man tegen een gevel op de
grond. Zijn armen over elkaar, zijn hoofd tegen de zware stenen van het
collosale gebouw. Hij draagt oude, vieze kleren en heeft een onverzorgde baard.
Ik kan het vanaf de overkant van de straat en door de laagstaande zon niet goed
zien, maar volgens mij slaapt hij. Mensen passeren. Hordes toeristen, studenten en zakenlui (stuk voor stuk
strak in het pak). De één loopt de man straal
voorbij, de ander buigt voorover en doet wat kleingeld in het geknutselde bakje
dat voor hem op de grond staat.
Een groepje van vijf Engelstalige jongens stopt, ze kijken lachend naar de man. Een van hen pakt zijn telefoon en gaat op een meter of twee voor de man staan, met de rug naar hem toe. Hij draagt hippe kleren en een trendy zonnebril. Kortgeknipte kop, haren strak in de wax. Hij houdt zijn telefoon omhoog en maakt een selfie. Hij neemt rustig de tijd om te beoordelen of deze wel facebookwaardig is, delete de foto, zet een klein stapje naar links, strekt zijn arm wat verder en knipt nog een keer met zijn witte iPhone. Met zijn ogen gericht op het touchscreen loopt hij voldaan terug naar zijn vrienden.
Ik kijk naar hun gezichten, wat zouden ze denken? Eén van de jongens is het duidelijk niet eens met deze actie en zet aarzelend een stapje naar achteren. Hij neemt, ongemerkt, afstand van zijn vrienden en houdt zich afzijdig van het gelach. Een tweede jongen pakt zijn telefoon uit zijn broekzak en loopt naar de door zijn vriend gebombardeerde selfie hotspot. Een zakenman loopt vloekend langs, maakt een handgebaar en mompelt dat ze een pak rammel nodig hebben en brabbelt iets als “mancanza di rispetto”. Mijn gedachte. Ik twijfelde nog even of het aan mezelf lag, of ik niet te oud werd en ik hoopte dat de man inderdaad lag te slapen.
Wat de reden ook is van zijn zwervend bestaan: drank, drugs, gokken, baan en/ of vrouw verloren en aan lager wal geraakt, wat dan ook.
Een groepje van vijf Engelstalige jongens stopt, ze kijken lachend naar de man. Een van hen pakt zijn telefoon en gaat op een meter of twee voor de man staan, met de rug naar hem toe. Hij draagt hippe kleren en een trendy zonnebril. Kortgeknipte kop, haren strak in de wax. Hij houdt zijn telefoon omhoog en maakt een selfie. Hij neemt rustig de tijd om te beoordelen of deze wel facebookwaardig is, delete de foto, zet een klein stapje naar links, strekt zijn arm wat verder en knipt nog een keer met zijn witte iPhone. Met zijn ogen gericht op het touchscreen loopt hij voldaan terug naar zijn vrienden.
Ik kijk naar hun gezichten, wat zouden ze denken? Eén van de jongens is het duidelijk niet eens met deze actie en zet aarzelend een stapje naar achteren. Hij neemt, ongemerkt, afstand van zijn vrienden en houdt zich afzijdig van het gelach. Een tweede jongen pakt zijn telefoon uit zijn broekzak en loopt naar de door zijn vriend gebombardeerde selfie hotspot. Een zakenman loopt vloekend langs, maakt een handgebaar en mompelt dat ze een pak rammel nodig hebben en brabbelt iets als “mancanza di rispetto”. Mijn gedachte. Ik twijfelde nog even of het aan mezelf lag, of ik niet te oud werd en ik hoopte dat de man inderdaad lag te slapen.
Wat de reden ook is van zijn zwervend bestaan: drank, drugs, gokken, baan en/ of vrouw verloren en aan lager wal geraakt, wat dan ook.
Misschien geeft dit tafereel juist de verdeeldheid van
Milaan, het land of zelfs van de wereld aan. In de ochtend spraken we een
vrouw in de metro. We hadden de auto geparkeerd aan de rand van de stad bij het
metrostation San Leonardo om vanaf daar de metro naar het centrum te nemen.
Cairoli was onze eindhalte voor dat moment en we verruilden de ondergrondse
duisternis voor uitzicht op de Expo, Castello Sforzesco en de Via Dante. Opgetogen
om na al die jaren Milaan weer te bezoeken. Het was onze trouwdag en wilden de bambini
kennis laten maken met de stad waar onze liefde voor Italië ooit begon. Samen
nieuwe plekken ontdekken. De vrouw in de metro vertelde ongelukkig te
zijn in Milaan. "Italië is verscheurd, het is echt niet zo mooi als het lijkt." En inderdaad wat weten wij er nu van? Als toeristen willen wij enkel de mooie
dingen zien, door een roze bril.
Op de Via Dante stopt de tweede jongen snel zijn telefoon in
zijn broekzak voordat hij een foto heeft gemaakt en loopt terug naar zijn vrienden. De jongen op een afstandje van zijn vrienden zoekt ondertussen al zijn
kleingeld bij elkaar. Als de andere vier snel doorlopen richting Castello Sforzesco
draait hij zich om en loopt snel naar de man. Hij kijkt hem vluchtig in
zijn ogen. Aan de beweging van zijn lippen herken ik een sorry, terwijl hij het kleingeld in het bakje laat vallen. De man tilt enkel zijn hand
lichtjes op om hem te bedanken.