zondag 31 augustus 2014

Verona

Eén van onze favoriete steden in Italië is Verona,  ‘la Città dell’Amore’. Het verhaal van Romeo en Giulietta, opera in de Arena, 2000 jaar historie. De liefde is overal voelbaar in deze stad.  Daarom de komende weken een viertal Verona blogs. Ze gaan niet over de Arena of het beeld van Giulietta, wel over een fijne koffiebar, leuke speeltuin en een bijzondere Osteria. Laten we beginnen met de koffiebar....



In de vroege ochtend komen wij de stad binnen via de indrukwekkende Corsa Porto Nuova. Net voor we het centrum inwandelen bij de Arena nemen we een cappuccino bij bar Commercio. De barista draait zijn ritme. Al jaren is dit zijn domein. Vele toeristen zijn voorbijgelopen, een enkeling zal genoten hebben van zijn kunsten. Een man in de hoek drinkt een caffè en eet een brioche, hij leest La Gazetta maar is niet van hier. Wel is hij helemaal ingeburgerd, zijn Engelse accent weet hij goed te verbergen en hij gedraagt zich als een echte Italiaan. 

Aan de bar staat een oudere dame. Ergens in de 60, mischien zelfs 70. Ze is gekleed alsof ze naar een belangrijke bijeenkomst gaat, statig, haar haren keurig in model. Fare una bella figura, ook op die leeftijd en het zou zo maar kunnen dat ze altijd zo gekleed gaat. Ze vraagt om een beetje melk in haar espresso en kijkt wat zenuwachtig op haar horloge. De barista schenkt haar met veel plezier wat warme melk bij. Ze drinkt haar kopje in één teug leeg en kijkt nogmaals op haar horloge. Allora, tien voor elf. Ze bestelt een glas witte wijn, een Soava. Met evenveel plezier schenkt de barman haar een mooi glas in. Ze neemt een slok en ik proost met mijn cappuccino. ‘Cin Cin’ klinkt het. 
 De vrouw drinkt haar glas rustig leeg en vertrekt, net als wij, op weg naar een bijzondere dag in Verona.    

Volgende week beklimmen we een toren (Torre dei Lamberti) midden in het centrum van Verona?
Buon divertimento!



zondag 24 augustus 2014

Pici all'aglione

Vanaf een afstandje zijn ze al te zien, de veertien torens van San Gimignano. Ooit stonden er 72 in dit zeer goed bewaarde middeleeuwse stadje gelegen in het centrum van Toscane, zeg maar het Manhattan van de middeleeuwen. De torens werden gebouwd als machtssymbool tussen de 11de en de 13de eeuw door rijke families.


Via een onopvallende poort wandelen we San Gimignano binnen. Er klinkt tromgeroffel, we zien paarden, ridders, jonkvrouwen. Ze maken zich op voor het Ferie delle Messi: Een driedaags middeleeuws festival dat jaarlijks in juni wordt gehouden en waar de vier wijken het tegen elkaar opnemen. Op het ritme van de trom loopt de stoet richting het Piazza Duomo. Een bijzondere sfeer, een sfeer van saamhorigheid, een sfeer van weleer. Wij volgen een stuk en lopen dan via smalle straatjes richting het overvolle Piazzo Duomo. De spanning is duidelijk voelbaar en het is mooi om te zien dat de lokale bewoners het festival meer dan serieus nemen. Voordat we het plein bereiken zijn we al stiekem aan het kijken waar we onze pranzo gaan nuttigen. We slenteren door de straten en laten onze ogen glijden over de menukaarten die buiten gepresenteerd staan. Zo ook in een klein zijstraatje van de Via Matteo, bij een kleine osteria. De kok is deeg aan het kneden en zingt luidkeels met de radio mee.




Op het plein -Piazze Duomo- worden, onder luid gejuich, de ridders en paarden voorgesteld die de volgende dag zullen strijden tijdens een steekspel (Giostra dei Bastioni). De toeschouwers verraden uit welke wijk ze komen en een zwaardgevecht barst los.
Terwijl de voorbereidingen en het gejuich doorgaan op het dorpsplein lopen wij terug naar de zingende kok in de Via dei Marsili. Vanaf het plein, onder de poort door linksaf het kleine straatje in, lopen we de osteria binnen. "Un tavola per due e tre bambini, per favore". De cameriere kijkt ons aan, krabt aan zijn voorhoofd en kijkt rond in de overvolle zaak. Hij vraagt ons de kinderwagen te verstoppen in de gang, tovert wat stoelen te voorschijn en creëert een plekje midden in de zaak. Twee jonge dames aan het tafeltje naast ons kunnen hun ogen niet van de meisjes afhouden en vragen of ze een foto mogen maken. Het zijn twee zusjes, samen op vakantie in Toscane, ze komen uit de buurt van Milaan en zijn voor het eerst in San Gimignano en bestellen net als ons Pici!

Pici all'aglione 
Pici is een dikke handgerolde spaghetti van alleen meel en water. Er zijn in Toscane (vooral in Montepulciano) handige rollers te koop (zie foto onderaan) om de pici te rollen. De aglione saus (knoflook tomatensaus) is overheerlijk in zijn eenvoud.

 

Voor 4 personen
  • 400 gram meel (Tipo'00)
  • water
  • 400 gram tomaten (ontveld of een blik tomaten)
  • 4 tenen knoflook, fijngesneden
  • 1/2 rode peper (fijngesneden zonder zaadjes)
  • olijfolie
  • zout
Maak van het meel een bergje op het werkblad en voeg zoveel water toe als nodig. Kneed het geheel tot een glad, elastisch deeg en laat even rusten. Zet ondertussen een pan met ruim water op het vuur en maak de saus: Snijd de knoflook en de halve rode peper fijn. Verhit een flinke scheut olijfolie in een pan en fruit de knoflook en peper. Voeg de tomaten toe en zout naar smaak. Laat het geheel 15 minuten op laag vuur pruttelen. Rol ondertussen het deeg met een roller uit tot een plak van 3-5 millimeter, smeer in met olijfolie en rol ongelijkmatige slierten met de daarvoor bestemde roller. Zout het kokende water en kook de pici al dente. Giet af, meng met de aglione saus en serveer direct in diepe borden.

Buon appetito!












zondag 17 augustus 2014

Na regen komt zonneschijn

KABOEM! Het begint flink te onweren. Lara huilt. “Wat is er?” vraag ik bezorgd. Papa moet thuiskomen. Nu! “Hij komt zo thuis lieverd…” “Nee, hij moet nu thuiskomen. Het regent heel hard. Ik wil dat hij er nu is. We gaan hem zoeken!”
“Lara we kunnen toch niet zomaar gaan rijden. Wij weten helemaal niet welke kant hij is opgefietst.


Vroeg in de ochtend, na het ontbijt, ging papa fietsen vanaf camping La Chiocciola in Toscane. Een camping waar de Italiaanse cultuur de overhand heeft, de prijzen normaal zijn en het eten typisch Italiaans is. De meiden hadden de tafel gedekt. Heerlijke brioches, Nutella, jam, appelstroop en onze favoriet "Campagnola" koekjes. Alhoewel Italianen deze koekjes alleen met het ‘colazione’(ontbijt) eten kunnen wij er geen genoeg van krijgen en er gaan dan ook altijd de nodige zakken terug mee naar huis.
Ik bleef met de meiden achter op de camping. “Zwemmen, zwemmen!” Lara en Italia waren het er samen over eens, er moest gezwommen worden. En dat idee was zo gek nog niet met temperaturen boven de dertig graden. Bepakt en bezakt vertrokken wij richting het zwembad. Daar was Lara’s vriendinnetje Eva, afkomstig uit Duitsland. Samen speelden zij tikkertje. Na een aantal uur verkoeling was het tijd om terug te keren naar de caravan, -Papa zal zo wel thuiskomen- onderweg nog even schommelen en glijden in het speeltuintje midden op de camping. Toen begon het te regenen...
En niet zomaar regen, het kwam echt met bakken uit de hemel, donder en bliksem. Ondertussen vroeg ik me af: Björn rijdt toch niet op banden zonder profiel en niet te hard? Als hij maar even schuilt, nu is fietsen echt niet verantwoord.

Lara staat me streng aan te kijken. “Wij gaan gewoon rijden” zegt ze stellig en ze drukt haar handen stevig in haar zij. Om haar gerust te stellen besluit ik met de auto naar de ingang van de camping te rijden. Helaas, hij is nog niet in zicht. Dan toch maar richting Ambra. Ook daar is hij niet te zien. Het regent en onweert nog altijd hard en Lara huilt alsmaar harder. Ik besluit de andere kant op te rijden, richting Bucine. Na een 10-tal kilometer wordt het droog en daar zien wij hem, eindelijk! Een lach verschijnt op het gezicht van Lara en papa lacht verrast terug.
”Papa, je bent niet nat?” zegt Lara verbaasd.
“Nat, waarvan?”
"Het heeft daarnet toch heel hard geregend? Heel de camping is nat. Wij gingen jou zoeken”. “Ik heb helemaal geen regen gehad. Ik reed in een prachtige klim en zag in de verte enkel wat bewolking. Ik had er geen benul van dat dit op de camping was."

Die middag gaan we naar San Gimignano… Wat wij daar beleefd hebben (en aten) lees je in de volgende blog op La Vita è Bella.


zondag 10 augustus 2014

Ambra

Het was vrijdag, het was nog vroeg. Vanuit Capanolle, waar we verbleven op camping La Chiocciola, reden we over de SP540 naar Bar della Piazza in Ambra. Een fijne plek om zo rond de klok van negen uur neer te strijken voor een caffè, cappuccino, latte bianco of een brioche. Er gebeurt altijd wat op het gezellige pleintje waar ook de lokale bevolking hun dag begint. Heftige duscussies over het weer, de politiek en het voetbal of de plaatselijke middenstand die zich druk maakt over de wegwerkzaamheden in het dorp en de verkeerd geparkeerde auto's. Binnen in de bar flirten de oudere mannen met de barista: "grazie  bella cara" al roerend in een klein kopje met espresso.



Na onze gebruikelijke cappuccino en warme melk met cacao voor de bambini, wandelen we terug naar de auto. De weg loopt wat naar beneden. Italia rent, ze rent haar eigen benen voorbij en als de punt van haar slipper in het asfalt blijft steken struikelt ze. Haar rechterknie raakt het korrelige oppervlak, ze kijkt op, is even stil en begint vervolgens te brullen. Op dat moment loopt er een man langs. Hij heeft net wat inkopen gedaan en loopt met 2 plastic tasjes in zijn hand. In de achterzak van zijn werkbroek zit een stuk pecorino, ik schat een gram of 400. Hij stopt, knielt, kijkt naar de bloedende knie van Italia en streelt door haar blonde krullen. "Ontsmetten!" zegt hij met enigszins serieus gezicht en gebaart te volgen. Zonder aarzelen  lopen we achter de man aan. Nog altijd de plastic tasjes in zijn hand en de pecorino in zijn achterzak. We lopen het straatje uit, links over het plein, langs de speelgoedwinkel, via een kiezelpad omhoog. De man heeft inmiddels een groene poort geopend en draait zich om. Hij lacht vriendelijk en loopt naar binnen. Nog altijd snikkent pakt Italia mijn hand extra stevig vast.


We lopen ook naar binnen en komen terecht in een zelfgebouwd schuurtje met een klein keukentje waarin de man duidelijk iets aan het zoeken is. Hij komt terug met een verbanddoos en diverse ontsmettingsmiddelen, overhandigt deze en zet een stoel neer voor Italia. Ze gaat zitten en laat zich verplegen. De man verontschuldigt zich voor de rommel. Ik complimenteer hem juist voor deze fijne plek, het heeft een prettige en bijzondere sfeer. Trots vertelt hij alles zelf te hebben gebouwd, loopt naar de voorraadkast en komt terug met een pot zelfgemaakte aarbeien jam. Dan neemt hij Italia mee naar de moestuin. Lamponi, fragole, prugne. Hij plukt alles wat rijp is, wast het fruit zorgvuldig en geeft ze in een plastic bekertje mee. We bedanken de man hartelijk en hij zwaait ons na tot we volledig uit beeld verdwijnen.

"Wat is er papa?" Italia stopt net een verse aardbei in haar mond en kijkt me met grote ogen aan, terwijl ik stil voor me uitkijk. Omdat ik niet direct reageer trekt ze aan mijn arm, "Papa, wat is er?!" Ik aarzel even en draai me dan om. "Weet je Italia, ik ben helemaal vergeten zijn naam te vragen". 

zondag 3 augustus 2014

Gnocchi di Ricotta

Deze week nemen we je mee naar Levico Terme. Een elegant dorpje in Noord-Italië (Trentino), gebouwd tegen een helling op 520 meter boven zeeniveau. Levico Terme heeft een kleine 8.000 inwoners en is bekend vanwege zijn thermen: Op 1500 meter hoogte tussen de naaldbomen in Vetriolo sijpelt het thermale water uit de rotsen. Het arseen- en ijzerhoudende water heeft een therapeutische werking dat uniek is in Italië. Vanaf een afstandje trekt de kerktoren midden in het dorp alle aandacht. De zon weerkaatst op de witte stenen. Onderaan de trappen, die naar de ingang van de kerk leiden, staat een fontein. Twee blonde meisjes staan met hun tenen op de rand, omgeven door geurige bloemen. Het water uit de fontein stroomt verder naar beneden door de Via Dante, de winkelstraat van het dorpje. Een stroompje van een halve meter breed. Gelijkvloerse houten vlonders maken de winkels en barretjes bereikbaar. De vlonders zijn niet interessant, wel is het leuk om over het stroompje heen te springen. Een halve meter is nog net wat te ver voor de meisjes van 3 en bijna 2 jaar oud. Ze stappen met de voetjes in het water, gelukkig is het slechts een paar centimeter diep. En ach, de zon schijnt.




Een stukje buiten het centrum vinden we La Vecchia Fattoria waar we kennismaken met Tessa, een geweldige keuken en intense gastvrijheid.
Tessa uit Haarlem ging na haar studie op reis. Met een groep vriendinnen vertrok ze naar Italië. De plek aan het Gardameer die ze hadden uitgekozen was vol en zo kwamen ze via een omweg terecht in Levico Terme. Een hele onderneming eind jaren ‘70. Er waren nog niet overal snelwegen, geen tunnels door de bergen en ook was er nog geen snelle treinverbinding. Dat ze liever aan het Gardameer had gezeten was Tessa al snel vergeten. Niet alleen bleek Levico Terme een hele fijne plek, ze vond er ook de liefde. Ze werd verliefd op Tiziano, de zoon van een hoteleigenaar. Terug in Nederland bleef de liefde standhouden. Na twee jaar op-en-neer reizen besloot ze voorgoed naar Italië te vertrekken. Al snel droeg Tessa een nieuwe achternaam: Vettorazzi. Twee zonen en een dochter maakte het gezin compleet. Het hotel groeide uit tot een ristorante, pizzeria en bed & breakfast. Vanaf het terras kijk je uit over de vallei. Terwijl de zon ondergaat vloeit de wijn rijkelijk en strelen de heerlijke gerechten onze tong, de kok vertrouwt ons de ingrediënten toe van de Gnocchi met Ricotta.




GNOCCHI DI RICOTTA

  • 250 gram ricotta
  •  1 ei
  • 100 gram meel (Farina ’00)
  • 25 gram versgeraspte parmezaanse kaas
  • peper en zout
Meng alles door elkaar tot een stevig deeg. Laat afgedekt een uur rusten in de koelkast. Schep met een  ijsschep halve bollen en kook deze in licht gezouten water. De gnocchi komen vanzelf bovendrijven. Schep ze eruit en laat kort uitlekken. Serveer met een notensaus (Meng hiervoor de volgende ingrediënten in een vijzel of keukenmachine: 150 gram gepelde hazelnoten, 1 teen knoflook, 50 gram versgeraspte parmezaanse kaas, scheutje melk, 6 eetlepels extra vergine olijfolie, peper en zout)

Buon appetito!