zondag 25 januari 2015

Orta San Giulio

“Nee papa! Ik wil echt niet verder lopen, mijn benen doen zeer en het is nog veel te ver!” Lara gaat op de grond zitten, haar armen over elkaar en haar gezicht naar beneden gericht. Enkel haar blonde krullen bewegen nog door het zachte briesje dat zijn weg door de oude straten van Orta San Giulio vindt. Het dorpje ligt in de regio Piemonte aan het Lago d'Orta, niet ver van het bekendere Lago Maggiore. Haar blauwe jurk steekt mooi af tegen het kleurenpalet van de oude stenen. Ik besluit even te wachten en ondertussen een foto te maken. Italia laat mijn hand los en rent naar Lara. “Kom nou” zegt ze zachtjes en steekt haar hand uit.
“Nee!” schreeuwt Lara.
“Dan wil ik ook niet verder lopen” besluit Italia en gaat naast Lara zitten.
Klik.
“Gaan jullie mee meiden? Het is nog maar een klein stukje. “Geen beweging en langzaam loop ik terug naar beneden. De meisjes spelen inmiddels met de steentjes die ze vinden tussen de in cement gegoten kiezels. Ze gunnen me geen blik.
“Andiamo!”
Enkel een verveelde “Pa-a-ap” klinkt er terug, “het is nog zo ver!”.
“Hoe kun je dat nu weten? Ben je hier al vaker geweest?” 
“Ik weet dat gewoon.”
Dit gaat lang duren...


Cindy heeft twintig meter verderop de kinderwagen stevig vast en slaat het tafereel beneden haar met een glimlach gade. De kinderwagen staat op het meer gericht. Ik vraag me af of een kind van 15 maanden al echt kan genieten van het uitzicht. Giulia kijkt over het Orta meer en het kleine volgebouwde eiland. Ook kijkt ze over de daken en de nauwe straatjes van het oude stadscentrum. De daken doen denken aan het sprookjesbos van de Efteling. Anton Pieck moet hier zeker geweest zijn en er flink op los hebben geschetst. In de tuin van het gemeentehuis (Il Municipio, Casa Bossi) staat aan het meer een standbeeld van de schilder Carl Heinz Schroth, daaronder het zeer toepasselijke onderschrift 'Orta e per me il piu bel posto del mondo'.
Giulia kijkt stil voor haar uit, duim in de mond, oogjes op oneindig.


 
“Meiden kom snel. Ik zag net een prinses naar boven lopen” De interesse van de meiden is gewekt.  “Waar?” roep ik vol verwachting en maak aanstalten om naar boven te rennen. Ik speel het spelletje graag mee, Cindy en ik zijn inmiddels experts in het omdraaien van de situatie. Leidt tot leuke reacties van omstanders en dat soort dingen, maar vooral voor veel plezier met tutti famiglia.
“Ze loopt net naar boven.  Het was… het was prinses Sophia.”

 
 
Niet alleen prinses Sophia, maar ook Franciscus van Assisi wacht op ons. Er zijn boven twintig kappeltjes met honderden fresco’s en een kleine vierhonderd levensechte terracottabeelden die het leven van Franciscus uitbeelden. Het indrukwerkende bedevaartsoord werd gebouwd tussen 1583 en 1788. De meiden hebben er geen weet van. Ze struinen van kapel naar kapel, arriveren steevast voor ons en vragen keer op keer of hier de prinses is. De Sacro Monte (de heilige berg ) is voor de meisjes een sprookjebos. In werkelijkheid is het van grote culturele waarde en staat het sinds 2004 op de Unesco werelderfgoedlijst.

 

zondag 18 januari 2015

Parmigiana di Melanzane


Voor mijn dagelijkse werk kom ik nog weleens in het buitenland en ook daar moet gegeten worden uiteraard. Relaties hebben vaak al snel door dat ik een voorkeur heb voor de Italiaanse keuken, dus goedbedoelde adviezen of  uitnodigen voor die ene geweldige Italiaan volgen snel. Dit komt niet altijd goed, met name in de Verenigde Staten ben ik toch wat voorzichtig geworden. Zo krijg ik nog altijd rillingen als ik denk aan de gnocchi al pomodoro die ik at in Seattle. Tomatensaus met zwartgeblakerde knoflooktenen en de gnocchi bereid met smaakloze, rauwe aardappelen. Ik laat mijn eten niet vaak staan, toen wel. Ook at ik ooit, het zal een jaartje eerder of later geweest zijn, een "authentieke" risotto waarin meer boter dan rijst verwerkt zat. De rijst was bovendien wel heel erg al dente en het gerecht veel te zout. Daarnaast lag er ook een absurde berg kaas overheen. Dat is overigens redelijk normaal in de states. Bij de parmigiana di melanzane, of eggplant parmesan zoals ze het aan die kant van de plas noemen, niet anders. Aan de andere kant van de wereld snapten ze het een stuk beter. In Shanghai genoot ik afgelopen november bij Ristorante da Ivo op de 23ste verdieping niet alleen van  het uitzicht over de Huangpu-rivier, maar ook van een alleraardigste parmigiana. Een Italiaanse chef in de keuken, Italianen in de bediening en dagverse producten rechtreeks ingevlogen vanuit Italië. Met trots toonden ze nog een witte truffel van een cm of 10 doorsnede, een paar uur eerder gearriveerd.


In een ander deel van wereld authentieke Italiaanse gerechten bereiden zoals het hoort: Het kan dus wel. En gelukkig is het ieder jaar op 17 januari de Internationale Dag van de Italiaanse Keuken (International Day of the Italian Cuisine, IDIC). Een initiatief van Italiaanse culinaire professionals werkzaam in het buitenland. Verenigd via het forum van itchefs-GVCI (Gruppo Virtuale Cuochi Italiani) en vertegenwoordigd in zeventig landen. Ze zijn erop gericht om de kwaliteit en authenticiteit van traditionele Italiaanse gerechten te beschermen. Traditionele gerechten moeten natuurlijk wel traditioneel bereid worden. Ieder jaar wordt er een ander klassiek recept gekozen. Voor 2015 (de 8ste editie) is dit Parmigiana de Melanzane. En waarom nu juist 17 januari? Dit is de dag van het katholieke feest ter herinnering aan Sant Antonio Abatede beschermheilige van huisdierenslagers en salami makers. Het is ook de start van het carnaval waarin, hoe verrassend, eten en eten bereiden centraal staat.

Afgelopen zaterdag zal aan heel wat tafels genoten zijn van deze overheerlijke ovenschotel, die zijn oorsprong in Sicilië vindt. Foto's en recepten werden rijkelijk gedeeld via de sociale media. Ieder zijn eigen manier, kijk maar eens bij Cucina Casalinga, de kokende student, Italiaans koken met Antoinette of S.O.G.N.O.
Wij kunnen natuurlijk niet achterblijven. Bij deze ons recept.

Voor 4 personen
  • 2 aubergines (ca. 700 gram)
  • bloem
  • olijfolie (om in te bakken)
  • 250 gram buffelmozzarella (in dunne plakjes gesneden, goed uit laten lekken)
  • een bos verse basilicum
  • 50 gram versgeraspte parmezaanse kaas
  • 3 tenen knoflook, fijngehakt
  • 1 sjalot, fijngesnipperd
  • blik gepelde tomaten (400 gram)
  • olijfolie (extra vergine)
  • peper en zout
  • ovenschaal, zeef, keukenpapier en staafmixer

Verwarm de oven voor op 200 graden
Verhit een scheut extra vergine olijfolie in een pan en fruit daarin de sjalot en knoflook totdat deze glazig worden (niet laten kleuren). Voeg de tomaten toe, enkele blaadjes basilicum en een snuf zout naar smaak. Breng alles aan de kook en laat even pruttelen. Pureer alles zo fijn mogelijk (druk eventueel door een zeef) en verwarm nog een kwartiertje door. Draai het vuur dan uit, roer er nog een lepel olijfolie doorheen en laat afkoelen.
Snijd ondertussen de aubergines over de lengte in plakken van een halve cm dik. Zet een pan op het vuur en verhit daarin ruim olijfolie. Haal de plakken aubergine door de bloem en bak ze in gedeelten aan twee kanten bruin. Laat de plakken uitlekken en afkoelen op keukenpapier.
Pak de ovenschaal en begin met een dun laagje tomatensaus, dan een laag aubergine, bedek met mozzarella en bestrooi met wat versgemalen peper en zout. Scheur er wat basilicumblaadjes op. Herhaal dit nog een aantal keer totdat alle ingrediënten op zijn, eindig met een laagje tomatensaus en verdeel de parmezaanse kaas er gelijkmatig overheen. Plaats de ovenschaal in het midden van de oven. Na 20 minuten is de Parmigiana klaar, laat nog even staan en snijd in stukken voor het serveren.

Buon appetito!

zondag 11 januari 2015

2015: Tijd voor Dolci!

2014 Is nu niet veel meer dan een zoete herinnering. Een jaar dat we afsloten aan tafel met de bambini, la nonna, lo zio, een goed glas wijn en mooie verhalen. Hét moment om terug te kijken en vooral om eens na te denken wat we het komende jaar allemaal gaan doen.
Niet dat we nu zo van de goede voornemens zijn, en al zeker niet met de jaarwisseling. De sportscholen stromen weer vol, mensen starten met lijnen, stoppen met roken, matigen drankgebruik. Op het moment ik het schrijf zullen er al aardig wat zijn die de goede voornemens aan de kant hebben geschoven en velen zullen de komende weken nog volgen. Het zou ook veel beter zijn te leven zoals je wilt en niet omdat het toevallig 1 januari is.

Plannen hebben we in ieder geval zeer zeker. In april bezoeken we Bologna en in de zomer gaan we de streek Friuli Venezia Giulia verkennen. Deze streek is gelegen in het noordoosten van Italië, grenzend aan de regio Veneto, Oostenrijk en Slovenië. Naast steden als Triëst en Udine is er genoeg te ontdekken, in een prachtige natuur. Uiteraard nemen we jullie mee, niet alleen via onze blog, ook op facebook & twitter.

Ook bedachten we ons dat er nog nooit een dolci op La Vita è Bella was verschenen en dat terwijl er regelmatig naar gevraagd wordt. Wat overigens ook geldt voor veel andere gerechten, daar zullen we dit jaar eens werk van maken. Toch nog een klein voornemen dus...

Dolci della Casa


We zijn er dol op, de maaltijd afsluiten met wat zoetigheid en een sterke espresso. En als je niet kan kiezen dan maak je toch gewoon een leuk trio: Semifreddo, bavarese en panna cotta. Als dat geen smullen wordt!

De semifreddo
  • 150 gram pure chocolade (fijngehakt)
  • 500 ml slagroom
  • 3 eetlepels suiker
  • 250 gram mascarpone
  • 10 lange vingers (verkruimeld)
  • huishoudfolie en cakevorm (langwerpig)
Klop de slagroom met 3 eetlepels suiker stijf, en schep de slagroom luchtig door de mascarpone. Meng er de chocolade (houd wat achter om te garneren)  en de lange vingers doorheen. Bedek de cakevorm met huishoudfolie en stort het mengsel in het blik. Dek af en plaats minimaal 2 uur in de vriezer.



De panna cotta
  • 250 ml slagroom
  • 2 eetlepels suiker
  • 2 gelatine blaadjes
  • Kleine bakjes & huishoudfolie
Leg de gelatine blaadjes in koud water en laat ze 5 minuten weken. Breng ondertussen de room met de suiker aan de kook. Haal van het vuur, knijp de gelatine blaadjes uit en roer door de gekookte (cotta) room (panna). Giet de panna cotta in kleine bakjes en laat afkoelen. Dek af met folie en laat minimaal 2 uur in de koelkast opstijven.


De bavarese
  • 500 ml slagroom
  • 3 eetlepels suiker
  • 250 gram bosvruchten (eventueel uit diepvries) + extra om te garneren
  • Scheut grappa of wodka
  • 5 gelatine blaadjes
  • staafmixer, zeef, huishoudfolie en schaal
Leg de gelatine blaadjes in koud water en laat ze 5 minuten weken. Zet een pan op het vuur en verwarm de bosvruchten, pureer ze en voeg een scheutje grappa of wodka toe. Druk alles door een zeef, knijp de gelatine blaadjes uit en los ze op in het mengsel. Laat afkoelen. Klop de slagroom stijf met 3 eetlepels suiker en schep het luchtig door het bosvruchtenmengsel. Stort alles in een schaal, dek af  met folie en laat een paar uur opstijven in de koelkast.


Bereiden
Neem 4 langwerpige borden en haal de bavarese en panna cotta uit de koelkast en de semifreddo uit de vriezer. Snijd een plak semifreddo af leg deze links op het bord, daarnaast een portie bavarese (vorm dit met twee eetlepels) en plaats rechts het bakje panna cotta . Garneer de semifreddo met wat gehakte chocolade, de panna cotta en de bavarese met wat bosvruchten.

Buon appetito!